Walvissen kunnen kneitergoed zwemmen. En dat is best knap, want evolutionair gezien zitten ze nog niet eens zo heel lang in het water. Het zijn natuurlijk ook helemaal geen vissen. Zijn al lang van wal gegaan… Zo’n 55 miljoen jaar geleden waren de voorvaderen van walvissen nog op het land aan het luieren. Leken ze een beetje op nijlpaarden.
Overigens zijn nijlpaarden geen paarden, maar dat wist u waarschijnlijk wel. Hun leefgebied is ook veel wijder dan de nijl. Op beide fronten dus een domme benaming. Klaprozen zijn ook geen rozen en een neushoorn is eigenlijk alleen maar de hoorn op de neus van dat dier dat we kennelijk neushoorn noemen. Zoveel domme namen in de biologie..
Weet u wat een goede naam is? Fytoftora! Ook wel phytophthora. De Griekse versie lijkt wat overdadig in het aantal ‘h’s, maar het is een goede naam. Het betekent namelijk letterlijk wat het is; planten (phytón) vernietiger (phthorá). En dat kan fytoftora goed joh, planten vernietigen. Ik heb in zekere zin mijn vakgebied te danken aan fytoftora.
Zo heeft Amerika het merendeel van zijn Ierse bevolking aan fytoftora te danken. Het was immers Phytophthora infestans dat in de 19e eeuw de Ierse hongersnood veroorzaakte. Geen enkele aardappel haalde het naar het boord in de jaren 1845 tot 1849. Ierland verloor 25% van haar bevolking in deze hongersnood. Het was het tragische begin van een spannende nieuwe tak in de wetenschap; fytopathologie.
En mocht u denken dat die Phytophthora infestans zo’n 170 jaar na dato wel een beetje is uitgeziekt, dan heeft u het mis. Het is nog steeds een belangrijke ziekte waarvoor het in veel gewassen moeilijk is om resistentie voor te vinden. Maar wat voor een soort organisme is phytophthora eigenlijk? Het wordt vaak uitgescholden voor schimmel, ook door mensen met echt verstand van zaken. Maar zoals een walvis geen vis is, zo is phytophthora geen schimmel. Sterker nog, wij mensen lijken veel meer op schimmels dan dat phytophtora op een schimmel lijkt. Phytopthora is namelijk een oomyceet.
De Nederlandse term ‘waterschimmel’ is net als de term walvis en nijlpaard op beide fronten een misbenaming. De meeste soorten oomyceten zijn landgebonden plant pathogenen, er is maar een klein groepje dat in het water leeft. Daarnaast zijn het dus zoals gezegd helemaal geen schimmels. Ze hebben echter een ‘schimmelachtig uiterlijk’ door hun draadjesachtige mycelium, het vegetatieve gedeelte van de oomyceet. Ze worden samen met onder andere bruinalgen geplaats in het phylum Heterokonta.
Een groot verschil met schimmels is dat de celwanden van een oomyceet van cellulose zijn gemaakt, terwijl schimmels celwanden van chitine hebben, de stof die ook in ons haar en nagels zit. Witte roest, veroorzaakt door Albugo candida, is een andere beruchte oomyceet. Zo ook Bremia lactucae, de veroorzaker van valse meeldauw op sla. Perenospora en Pythium zijn andere groepen oomyceten met vele plantverziekers.
Er zijn echter ook oomyceten zoals Phytium oligandrum, die actief in de tuinbouw ingezet kunnen worden als biologische bestrijding tegen andere schimmels en oomyceten. We kunnen dus niet altijd oomyceten als ‘slecht’ bestempelen. We kunnen ze echter nooit als schimmel bestempelen. Een walvis is geen vis omdat hij zwemt, een vliermuis is geen vogel omdat hij vliegt, en fytoftora is geen schimmel, omdat hij draadjes heeft. Handig om te weten, voor de volgende keer dat je een chitine afbrekende fungicide gebruikt om fytoftora te bestrijden…
“An Irish Peasant Family Discovering the Blight of their Store” van schilder Daniel MacDonald, c. 1847. En dat was dus heel geen Schimmel jongen!